Heb je de werkbladen nog niet gedownload? Doe dat dan eerst. (Word-doc of Google-Doc of PDF-doc)

Schrijf je naam op alle bladen.

Via de pagina "infobronnen" kom je bij websites die je meteen helpen zoeken naar de goede informatie.

Op de pagina "beoordeling" kun je zien waar je juf of meester op let als je je werk inlvert.

Weet je wat een woordweb, woordspin of mindmap is? Dit zijn allemaal woorden voor één en hetzelfde ding. Weet je het niet? Bekijk dan het filmpje.

Gebruik hiervoor werkblad 1. Schrijf je naam erboven.

In het midden van het woordweb op het werkblad, staat het woord ‘vriendschap’.

Eromheen schrijf je waar jij aan denkt bij het woord ‘vriendschap’ of ‘vriend’.

Beschrijf wat jij graag doet met jouw beste vriend of vriendin. 

Gebruik daarvoor werkblad 2.

In kinderboeken en films is vriendschap iets dat vaak terug komt. 

Vaak gaat het om onverwachte vriendschappen.

Noem 5 van die onverwachte vriendschappen uit kinderboeken of films. Schrijf ze op werkblad 3. 

Kijk op de pagina infobronnen om een aantal kinderboeken of films uit te zoeken.

Stel je voor dat je de hoofdrol speelt in een kinderboek of -film en een speciale vriend hebt; hoe zou deze denkbeeldige vriend eruitzien?

 Beschrijf het karakter van jouw denkbeeldige vriend. 

Beschrijf vervolgens wat je met jouw denkbeeldige vriend zou doen.

 Gebruik werkblad 4.